Dit artikel bevat richtlijnen voor het installeren van vijf of meer harde schijven in Precision T7600, T7610 en T7910 systemen
De Precision T7600, T7610 en T7910 modellen ondersteunen de installatie van maximaal acht (8) harde schijven. De in de fabriek geïnstalleerde hardware staat de installatie van maximaal vier (4) harde schijven toe. Een gebruiker wil mogelijk het systeem upgraden, zodat de configuratie met acht harde schijven wordt ondersteund. In deze handleiding wordt weergegeven welke apparatuur u moet aanschaffen en hoe u de hardware installeert.
Gebruikers die de schijfcapaciteit willen uitbreiden, moeten een speciale schijfmontagekit bestellen om de extra harde schijven te monteren. U kunt contact opnemen met de afdeling verkoop of de technische ondersteuning om deze kit te bestellen. Raadpleeg de volgende onderdeelnummers:
Op de onderstaande afbeelding ziet u wat er in deze kit wordt geleverd (7600/7610, van links naar rechts):
Verwijder de systeemkap en eventuele lege vulpanelen in de onderste helft van de schijfbehuizing om de stationsbehuizing te verwijderen die in de fabriek is geïnstalleerd. Verwijder de drie schroeven in de schijfbehuizing die in het linkergedeelte van onderstaande Afbeelding 1 worden aangegeven (op de foto zijn twee van de drie schroeven verwijderd). Nadat u deze schroeven heeft verwijderd, duwt u de blauwe schuifvergrendeling aan de onderkant van de behuizing naar links om de behuizing uit het systeem te trekken, zoals wordt weergegeven in het rechtergedeelte van Afbeelding 1.
Afbeelding 1
Haal de stationsbehuizing uit de installatiekit en positioneer deze zoals wordt weergegeven in de linkerhelft van Afbeelding 2. Schuif de behuizing naar voren en zorg ervoor dat het haakje boven aan het chassis in de behuizing steekt (de groene omlijning op de rechterhelft van Afbeelding 2 geeft aan waar dit haakje zit). Wanneer de behuizing is geplaatst, schroeft u de schroeven die u heeft verwijderd in Stap 3, Afbeelding 1, weer vast en voegt u de vierde schroef toe op de plek die wordt aangegeven door de rode omlijning aan de rechterkant van Afbeelding 2.
Afbeelding 2
De behuizingskit voor harde schijven bevat twee sets van twee harde-schijfconnectoren die aan de achterzijde van de stationsbehuizing moeten worden bevestigd. De kabels op de connectoren zijn gelabeld met de nummers van de stations waarin de connectoren worden geplaatst (4/5 en 6/7). We raden aan om de connector te installeren met 4/5 bovenaan en 6/7 onderaan.
Positioneer de de driveconnectoren zo dat de ruimtes aan de achterkant van de stationsbehuizing aansluiten bij de schroefbeugels op het chassis, met de schijfconnectoren richting de behuizing. Schuif de connectoren richting stationsbehuizing en klik de beugels in de haakjes aan de buitenkant van de behuizing. (Zie groene omlijningen op Afbeelding 3.)
Breng de beugels in lijn met de systeemplaat en bevestig deze met twee schroeven per beugel. (Zie rode omlijningen op Afbeelding 3.)
Afbeelding 3
De ventilatoren van de vaste schijf worden gemonteerd achter de schijfconnectoren op het chassis. Lokaliseer de vier gaten in het chassis, halverwege het uiteinde en de harde-schijfconnectoren (zie rode omlijningen op Afbeelding 4). Positioneer de ventilatoren van de harde schijf met de metalen beugels richting de harde-schijfconnectoren en bevestig elke ventilator met twee schroeven. (Zie het rechtergedeelte van Afbeelding 4.)
Afbeelding 4
De voedingsconnector voor de harde-schijfbehuizing moet zich dicht bij de achterkant van de harde-schijfconnectoren bevinden. Dit is een enkele aansluiting die alle vier schijven van stroom voorziet.
Afbeelding 5
Ventilatorkabels worden geleid door een gat dat zich achter de ventilatorsteunen bevindt (zie linksboven op Afbeelding 6). Beide kabels worden door dit gat naar de andere kant van het moederbord geleid. De ventilatorkabel komt uit bij de systeemkaart vlak boven de klepjes van de PCI-kaartslots (zie rechtsboven op Afbeelding 6). Trek de kabels erdoor en sluit deze aan op de voedingsconnectoren van de ventilatoren aan de andere kant van de systeemkaart, onder de geheugenslots. De kabel loopt over de systeemkaart heen naar de connectoren (zie Afbeelding 6).
Afbeelding 6
De dataconnectoren van de harde schijf worden via een gat bovenin het chassis geleid. (Afbeelding 7) De connector voor de schijven bevindt zich naast de aansluiting van de andere harde-schijfbehuizing, dicht bij het punt waar de kabel door het chassis gaat (rood omlijnd in Afbeelding 7).
Afbeelding 7
De thermische sensoren van de harde schijf zijn twee kabels met sensoren aan het uiteinde (Afbeelding 8, linksboven), die zijn aangesloten op één connector. De connector op de systeemkaart bevindt zich rechts van de dataconnector van de harde schijf die wordt gebruikt in Stap 6 (Afbeelding 8, rechtsboven). Wanneer de sensoren op de systeemkaart zijn aangesloten, moeten ze worden doorgevoerd via het gat in het chassis waardoor ook de dataconnectoren van de harde schijf zijn geleid. Na de doorvoer moeten de sensoren direct achter elke primaire stationsbehuizing op de kabels worden vastgeklemd. De ene sensor moet op de bovenste set van vier schijven zitten en de andere op de onderste set van vier schijven, waar de eerste vier schijven zich bevinden (onderste gedeeltes van Afbeelding 8).
Afbeelding 8
De montagebeugels van de harde schijf zijn plastic beugels met vier stijlen waar normaal gesproken de schroeven worden geplaatst om de vaste schijf te bevestigen. Plaats de schijf in de montagebeugel met het label omhoog en lijn de stijlen uit met de schroefgaten in de schijf (zie Afbeelding 9).
Afbeelding 9
Schijven worden in de behuizing bevestigd op dezelfde manier als de eerste vier harde schijven. Het label van de harde schijf moet bij de bevestiging naar het frontpaneel van het systeem zijn gericht (Afbeelding 10)
Afbeelding 10
Deze installatievideo verwijst naar de Precision T7910, maar dezelfde of bijna dezelfde instructies gelden voor alle andere modellen die in dit artikel worden behandeld.
Instructies voor het installeren van deze kits kunt u vinden door het QRL label op de bovenzijde van uw chassis te scannen of door de onderstaande video te volgen: