Passer au contenu principal
  • Passer des commandes rapidement et facilement
  • Afficher les commandes et suivre l’état de votre expédition
  • Créez et accédez à une liste de vos produits
  • Gérer vos sites, vos produits et vos contacts au niveau des produits Dell EMC à l’aide de la rubrique Gestion des informations de l’entreprise.
Certains numéros d’article ont peut-être changé. Si ce n’est pas ce que vous recherchez, essayez de faire une recherche sur tous les articles. Rechercher des articles

Problemen met SMART-fouten oplossen op een Dell PowerEdge™ RAID-controller (PERC)

Résumé: De Self-Monitoring Analysis en Reporting Technology (SMART) controleert de status van het station.

Cet article a peut-être été traduit automatiquement. Si vous avez des commentaires concernant sa qualité, veuillez nous en informer en utilisant le formulaire au bas de cette page.

Contenu de l’article


Symptômes


Samenvatting van het artikel: Dit artikel bevat informatie over het oplossen van SMART-fouten op een Dell PowerEdge RAID-controller



 

Onderwerp 1:

Als er een hot spare aanwezig is, wordt het opnieuw samenstellen met de hot spare gestart nadat de schijf offline is genomen. SMART-fouten Als er een hot spare aanwezig is, begint het opnieuw samenstellen met de hot spare nadat de schijf offline is gehaald.
De functie Self-Monitoring Analysis and Reporting Technology (SMART) bewaakt de interne prestaties van alle motoren, koppen en fysieke schijfelektronica om voorspelbare fysieke schijfstoringen te detecteren. De SMART-functie helpt de prestaties en betrouwbaarheid van fysieke schijven te bewaken.

SMART-compatibele fysieke schijven hebben kenmerken waarvoor data (waarden) kunnen worden gecontroleerd om wijzigingen in waarden te identificeren en te bepalen of de waarden binnen de drempelwaarden vallen. Veel mechanische en elektrische storingen geven enige degradatie van de prestaties weer voordat de storing optreedt.

Een SMART-fout wordt ook wel een voorspelde fout genoemd. Er zijn talloze factoren die betrekking hebben op voorspelde fysieke schijffouten, zoals een probleem met een lager, een gebroken lees-/schrijfkop en wijzigingen in de spin-up-snelheid. Er zijn ook factoren die te maken hebben met een storing in het lees-/schrijfoppervlak, zoals de zoekfoutsnelheid en overmatige slechte sectoren. Klik Hier voor meer informatie.
 
 

Onderwerp 2:

LED-status van de schijfhouder
  1. Knippert groen/oranje (groen op 500 ms/oranje op 500 ms, uit 1000 ms) 
  2. Vervang de schijf door een nieuwe fysieke schijf met dezelfde of een hogere capaciteit. Voer de bewerking Replace Member (Deelnemende schijf vervangen) uit. Met de bewerking voor het vervangen van een deelnemende schijf kunt u data kopiëren van een fysieke bronschijf van een virtuele schijf naar een fysieke doelschijf die geen onderdeel is van de virtuele schijf.

 

Onderwerp 3: Er wordt een SMART-fout gedetecteerd op een fysieke schijf in een redundante virtuele schijf

Voer de volgende stappen uit:  

  1. Haal de fysieke schijf offline.
  2. Vervang de schijf door een nieuwe fysieke schijf met dezelfde of een hogere capaciteit. Voer de bewerking Replace Member (Deelnemende schijf vervangen) uit. Met de bewerking voor het vervangen van een deelnemende schijf kunt u data kopiëren van een fysieke bronschijf van een virtuele schijf naar een fysieke doelschijf die geen onderdeel is van de virtuele schijf.  
Opmerking: Als er een hot spare aanwezig is, wordt het opnieuw samenstellen met de hot spare gestart nadat de schijf offline is genomen.
 
 

Onderwerp 4:

Er wordt een SMART-fout gedetecteerd op een fysieke schijf in een niet-afwijkende virtuele schijf.

Voer de volgende stappen uit: 
  1. Maak een back-up van uw data.
  2. Gebruik Replace Member (Deelnemende schijf vervangen) of stel een algemene hot spare in om de schijf automatisch te laten vervangen.
  3. Vervang de desbetreffende fysieke schijf door een nieuwe fysieke schijf met dezelfde of een hogere capaciteit.
  4. Voer een herstelbewerking uit vanaf de back-up.

 

Onderwerp 5:

Er treedt een SMART-fout op tijdens een consistentiecontrole (CC).


Geef aan hoe de CC-bewerking moet worden uitgevoerd wanneer een SMART-fout wordt aangetroffen. Er zijn twee instellingen:Yes en No. No is de standaardinstelling en hiermee wordt de consistentiecontrole voortgezet als de eerste fout wordt aangetroffen. De instelling Yes annuleert CC wanneer de eerste fout wordt aangetroffen. Er worden gebeurtenissen gegenereerd in het gebeurtenislogboek wanneer zich fouten voordoen tijdens de CC.
 



Meer informatie over schijfvervanging en het beheren van een schijf vindt u onder de PowerEdge tutorials: Fysieke schijven en RAID-controller (PERC) op servers  
 

Cause

-

Résolution

-
 

 

Propriétés de l’article


Produit concerné

Servers

Dernière date de publication

27 sept. 2021

Version

5

Type d’article

Solution