ECS: Best practices voor het mounten van NFS-exports

De volgende aanbevolen procedures zijn van toepassing wanneer u ECS NFS-exports koppelt. 

Gebruik async. 
Gebruik waar mogelijk de optie voor asynchrone montage. Deze optie vermindert de latentie drastisch, verbetert de doorvoer en vermindert het aantal verbindingen vanaf de client. 

Stel wsize en rsize in om het aantal retouren van de client te verminderen. 
Wanneer u grote bestanden verwacht te lezen of schrijven, moet u ervoor zorgen dat de lees- of schrijfgrootte van bestanden correct is ingesteld met behulp van de koppelopties rsize en wsize . Meestal stelt u de wsize - en rsize-opties in op de hoogst mogelijke waarde om het aantal retourvluchten van de klant te verminderen. Dit is meestal 512 KB (524,288 B). 

Als u bijvoorbeeld een bestand van 10 MB wilt schrijven en de wsize-optie is ingesteld op 524288 (512 kB), voert de client 20 afzonderlijke aanroepen uit. Als de schrijfgrootte is ingesteld op 32 KB, resulteert dit in 16 keer zoveel aanroepen. 

Wanneer u de opdracht mount gebruikt, kunt u de lees- en schrijfgrootte opgeven met behulp van de schakeloptie options (-o). Bijvoorbeeld:
# mount <ECS IP ADDRESS>:<Remote Path> <Local Mount Point> -o "vers=3,nolock,rsize=524288,wsize=524288"

Gebruik unieke bestandsnamen. 
Waar mogelijk raden we aan om unieke bestandsnamen te gebruiken, waarbij een strategie wordt gevolgd, zoals een voorvoegsel of achtervoegsel van de servernaam, datum, dag van de week, tijd, voor de bestandsnaam.

Vermijd bijvoorbeeld het gebruik van een bestandsnaam als "backup" voor het kopiëren van veel serverback-ups naar ECS allemaal op dezelfde dag/tijd met behulp van NFS, omdat deze gecombineerde actie niet alleen een hoge geheugendruk kan veroorzaken, waardoor het besturingssysteem meerdere services op meerdere knooppunten opnieuw opstart. Het kan ook schijf-I/O-bandbreedte verzadigen, wat gevolgen heeft voor andere ECS-activiteiten. Het kopiëren van de back-ups over de week zorgen voor een betere algehele ervaring.

Het vaak overschrijven van bestanden met dezelfde naam kan leiden tot een hoog geheugengebruik om de images in het geheugen te construeren voor de huidige status van het object. We hebben ook problemen gezien met de meting waarbij vertragingen in de waarden worden weergegeven wanneer de meting de positieve referentie van het extra object bijwerkt en negatieve waarden worden aangepast door indexcompressie.

Verwante NFS KB:

• ECS: Een eenvoudige NFS-export maken en deze op een client koppelen
• ECS: dataheadsvc log streaming error: NFSv3-procedure LINK wordt niet ondersteund in aanvraag ReadLinkRequest
• ECS: NFS-koppeling mislukt met Geen dergelijk bestand, map of ERROR_OBJECT_NOT_FOUND
• ECS: NFS Remote I/O-fouten; Wijziging van bucketeigenaar voor FS-bucket kan ertoe leiden dat applicaties/gebruikers geen toegang hebben tot NFS-bestanden
• ECS: NFS-schrijfbewerking leidt tot I/O-fouten na een bepaalde hoeveelheid gegevens.
• ECS: NFS-bestandsshare van ECS met een VMware NFS-datastore gebruiken
• ECS: Best practices voor het koppelen van ECS NFS-exports
• ECS: NFS-share koppelen op Windows-client
• ECS: NFS kan niet worden gekoppeld na het wijzigen van de instellingen voor bestandsexport in de gebruikersinterface
• ECS: Is Oracle WebCenter Content (WCC) compatibel met ECS?