Windows Server: Een Windows-server configureren om een geheugendumpbestand te maken
Summary: Dit artikel bevat informatie over het configureren van de systeemeigenschappen van een Windows-server om een geheugendumpbestand te genereren wanneer er een stopfout optreedt op de server. ...
Instructions
1. Meld u aan bij de server met het lokale administratoraccount . Druk op het Windows-logo+R, typ sysdm.cpl en druk op Enter om Systeemeigenschappen te openen.
2. Klik op het tabblad Geavanceerd om de Geavanceerde instellingen te openen.
3. Klik onder Opstarten en herstellen op Instellingen om de opstart- en herstelopties te openen.
4. Selecteer onder System failure Write debugging information het type debugging-informatie dat naar een dumpbestand moet worden geschreven nadat er een stopfout is opgetreden. De opties zijn:
Geen : er wordt geen dumpbestand gemaakt en foutopsporingsinformatie wordt niet geschreven.
Kleine geheugendump (256 KB): een kleine geheugendump wordt geschreven en bevat het fysieke geheugensegment waarin de fout is opgetreden.
Kernelgeheugendump - Een geheugendump wordt geschreven en bevat het fysieke geheugengebied dat door de Windows-kernel wordt gebruikt. De grootte van het dumpbestand wordt bepaald door de grootte van de Windows-kernel op het moment dat de stopfout optreedt.
Volledige geheugendump - Er wordt een dumpbestand geschreven dat al het fysieke geheugen bevat. De grootte van het dumpbestand wordt bepaald door de hoeveelheid fysiek geheugen die op de server is geïnstalleerd op het moment dat de stopfout optreedt.
Automatische geheugendump - Windows bepaalt welk type dumpbestand wordt geschreven. Dit is de standaardinstelling.
5. Geef onder Systeemfout de locatie van het dumpbestand op waar het dumpbestand naartoe wordt geschreven wanneer er een stopfout op de server optreedt. Zorg ervoor dat er voldoende schijfruimte is op de harde schijf die is opgegeven in het pad.
6. Geef onder Systeemfout deoptie Een bestaand bestand overschrijven op om het bestaande dumpbestand automatisch te overschrijven wanneer er een stopfout op de server optreedt.